Oorsprong en achtergrond van Gestalttherapie

Gestalttherapie is geworteld in diverse psychologische, filosofische en niet-westerse spirituele stromingen, waarbij de Freudiaanse psychoanalyse een van de belangrijkste is.

Vaak wordt de Duitse psychiater en van oorsprong psychoanalyticus Friedrich (Fritz) Perls (1893-1970) in één adem genoemd met Gestalttherapie en niet ten onrechte, want al was hij zeker niet als enige betrokken bij de ontwikkeling, hij was een bepalende vormgever van de therapie.

Hoe het verder ging

Het eerste en tot op heden belangrijkste standaardwerk over de therapie, Gestalttherapy, excitement and growth in the human personality, kwam uit in 1951, geschreven door Perls, samen met zijn collega’s R.F. Hefferline en P. Goodman.

Onder druk van het opkomende nationaal-socialisme in Duitsland vluchtte Perls in de jaren 1920 via Zuid-Afrika naar de Verenigde Staten, waar hij diverse trainings- en opleidingsinstituten oprichtte en waar met name in de jaren 1950-1960 de therapie tot bloei kon komen.

Vanaf eind jaren ’60 van de vorige eeuw is de Gestalttherapie ook in Europa gemeengoed geworden.

De therapie dankt zijn naam aan het uitgangspunt van de Gestalttpsychologie: de mens is van nature steeds uit op het vormen van voor hem zinvolle gehelen, Gestalten genoemd. De mens kan niet los worden gezien van zijn omgeving, waaruit hij datgene tot zich kan nemen wat hij nodig heeft voor het vervullen van zijn behoeftes. Dat kunnen bijvoorbeeld lichamelijke, psychologische of spirituele behoeftes zijn. Waarneming, ervaring, kunnen selecteren en bewegen waar nodig, zullen uiteindelijk zorgen voor een gezonde wisselwerking van de mens met zijn omgeving. Ieder mens vindt op zijn of haar eigen wijze datgene wat van nature bij hem of haar past en hem een gevoel van zingeving geeft.

Daar waar een gezonde wisselwerking is verstoord zal Gestalttherapie helpen met het herstel van die wisselwerking.

 

En dan nog dit

Perls ervaarde in zijn werk als psychoanalyticus een gebrek aan mogelijkheden om mensen snel en effectief te helpen met hun psychische problemen. Hij was het oneens met het uitgangspunt van de Freudianen dat een mens een onderbewuste heeft, van waaruit opkomende driften mensen in de problemen brengt. Om te genezen heeft de cliënt volgens deze visie een deskundige nodig die ‘neutraal’ zijn geestelijke toestand kan duiden en hem inzicht zal geven in zijn denken, voelen en handelen.

Perls en de zijnen gingen er echter vanuit dat de mens een onbewuste heeft waar hij nog geen contact mee kan maken maar dat wel deel is van de mens zelf. In het niet-bewustzijn van dit eigene van de mens ligt de oorsprong van de problemen en levensvragen die de cliënt in zijn leven tegenkomt. Gestalt gaat uit van het vermogen van de mens om zelf passende antwoorden te vinden. De therapeut heeft tot taak om de cliënt (weer) in contact te laten komen met zijn onbewuste patronen en de daarin opgesloten, vrije energie. Het herwinnen van de vermogens die in het onbewuste verborgen liggen zal ervoor zorgen dat de cliënt steeds meer zelf zijn antwoorden vindt op levensvragen en psychische problemen. Met deze insteek wordt de relatie therapeut-cliënt ook veel gelijkwaardiger.

Na de tweede wereldoorlog, toen hij werkte met getraumatiseerde soldaten en andere oorlogsslachtoffers, had Perls behoefte aan een werkwijze die effectief was bij familieproblemen en andere sociale systemen en die niet slechts gericht was op het individu. Vanwege de oriëntatie op het omgevingsveld van de cliënt kan Gestalttherapie gezien worden als eerste vorm van systeemtherapie.